Wij zijn in 2021 én 2020 het beste advocatenkantoor van Nederland op het gebied van klanttevredenheid.

Wij zijn in 2021 én 2020 het beste advocatenkantoor van Nederland op het gebied van klanttevredenheid.

Erkenning als referent IND vereist voor de kennismigrantenregeling

Het zijn van erkend referent is vereist voor een onderneming die aanvragen voor visa (MVV) en verblijfsvergunningen voor kennismigranten wil indienen. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) beslist op de aanvraag tot erkenning als referent. Deze erkenning betekent dat de onderneming door de IND wordt beschouwd als een betrouwbare partner. De erkende referent kan gebruik maken van de versnelde toelatingsprocedure waardoor binnen 2 tot 3 weken op de aanvraag wordt beslist. Klik hier voor het openbaar register waarin alle erkend referenten zijn opgenomen.

De onderneming hoeft overigens geen erkend referent te zijn (maar kan wel) voor het aanvragen van een EU Blue Card (Europese blauwe kaart) verblijfsvergunning of een verblijfsvergunning in het kader van een intra corporate transfer (ICT-vergunning). Deze beide vergunningen zijn net als de verblijfsvergunning als kennismigrant ook bedoeld voor hoogopgeleide arbeidsmigranten. Als de onderneming niet is erkend als referent duurt de behandeltijd van de aanvraag tussen de 8 tot 12 weken.

IND-leges

De IND-leges om erkend referent te worden zijn € 4.326. Voor ondernemingen die korter dan 1.5 jaar bestaan en voor ondernemingen die (wereldwijd) minder dan 50 werknemers in dienst hebben, bestaat er een gereduceerd IND leges tarief van € 2.162.

Aanvraagprocedure

De aanvraagprocedure voor erkend referent valt te verdelen in twee groepen:

  1. een relatief eenvoudige procedure voor ondernemingen die langer dan 3 jaar bestaan,
  2. en een moeizame en langdurige procedure voor ondernemingen die korter dan 1.5 jaar bestaan.

Bij ondernemingen die langer dan 1.5 jaar, maar korter dan 3 jaar bestaan, kan de IND besluiten dat de onderneming ook de moeizame en langdurige procedure moet volgen. Dat is het geval als de IND twijfelsheeft over de continuïteit en solvabiliteit van de onderneming.

1. Onderneming bestaat langer dan 3 jaar

Ondernemingen die langer dan 3 jaar bestaan, kunnen zonder beoordeling door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) worden erkend als referent.

De belangrijkste voorwaarden zijn:

  • de onderneming is ingeschreven in de Kamer van Koophandel,
  • de onderneming heeft geen achterstand met de afdracht van sociale lasten en loonbelastingen,
  • de onderneming is de afgelopen vier jaar voorafgaand aan de aanvraag tot erkend referent geen fiscale vergrijpboete opgelegd, of een boete voor overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen, Wet minimumloon en -vakantiebijslag, en de Vreemdelingenwet,
  • de bestuurders moeten betrouwbaar zijn. De IND kan in dit verband een verklaring omtrent gedrag opvragen,
  • de onderneming mag de afgelopen drie jaar niet failliet zijn verklaard,
  • de omzet en winstgevendheid van de onderneming.

Op deze aanvragen wordt door de IND in 4-6 weken beslist. De wettelijke beslistermijn bedraagt 3 maanden.

2. Onderneming bestaat korter dan 1.5 jaar, of tussen de 1.5 jaar en 3 jaar

De aanvraagprocedure voor ondernemingen die korter dan 1.5 jaar bestaan, bestaat uit veel meer papierwerk. En het duurt veel langer: wel tot 6 maanden. De IND voert deze beoordeling niet zelf uit.

De IND kan besluiten dat deze procedure ook van toepassing is op ondernemingen die langer dan 1.5 jaar maar korter dan 3 jaar bestaan. In de praktijk zien we dat in de meeste gevallen ook gebeuren.

De advisering over deze aanvragen wordt gedaan door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De RVO gaat beoordelen of de continuïteit en de solvabiliteit van de onderneming voldoende is gewaarborgd. Deze beoordeling vindt plaat aan de hand van het hieronder beschreven puntensysteem.

De IND neemt altijd het advies over van RVO. Indien RVO positief adviseert, wordt de onderneming erkend als referent.

Indien de onderneming voldoende punten behaald, dan volgt een positief advies van RVO. In totaal kunnen er 100 punten worden behaald. 50 punten zijn voldoende voor een positief advies.

Voortoets RVO

Vóórdat de RVO inhoudelijk de aanvraag inhoudelijk gaat beoordelen, vindt er eerst een voortoets plaats. De RVO gaat na of:

  • de onderneming ingeschreven staat in de KvK (is dat niet het geval, dan zal de RVO geen advies uitbrengen),
  • er een verandering heeft plaatsgevonden in de aandeelhoudersstructuur van de onderneming,
  • er sprake is (geweest) van een overname, surseance of faillissement.

Indien er een verandering is geweest in de aandeelhoudersstructuur of indien er sprake is (geweest) van een van een overname, surseance of faillissement van de onderneming, dan zal de onderneming dit aan de hand van stukken moeten verklaren en duidelijk maken. Gebeurt dat niet, dan zal de RVO niet verder gaan met de inhoudelijke beoordeling.

Bij een inhoudelijke beoordeling gaat de RVO aan de hand van de stukken beoordelen of de continuïteit en de solvabiliteit voldoende zijn.

Welke stukken moeten worden ingediend?

  • Ondernemingsplan. In het ondernemingsplan moet in ieder geval worden ingegaan op het product of de dienst dat wordt aangeboden. Er zal moeten worden ingegaan op de kenmerken, de toepassing van het product en de dienst, de behoefte en unique selling points (maximaal 15 punten). Voorts moet er een marktanalyse zijn gemaakt, waarin onder andere nader wordt ingegaan op potentiële klanten, concurrenten, risico’s en toetreding barrières (maximaal 25 punten). Voor dit onderdeel kunnen dus in totaal 40 punten worden verdiend.
  • Organisatie. Beoordeeld gaat worden of er sprake is van een heldere en adequate organisatiestructuur van de onderneming. Ook zal worden beoordeeld de competenties van de bestuurders / eigenaren op het gebied van ondernemerschap, management en het product of de dienst die verkocht wordt (maximaal 20 punten).
  • Financieel plan. Dit financieel plan moet zijn opgesteld, dan wel zijn goedgekeurd door een onafhankelijke accountant of boekhouder. In het financieel plan moet een balans zijn opgesteld (maximaal 15 punten), een omzetprognose die aannemelijk is en overeenstemt met de marktanalyse (maximaal 10 punten), en een liquiditeitsprognose voor de komende drie jaren (maximaal 15 punten).
  • Balans. Op de balans moet in ieder geval aan activa meer dan € 50.000 staan anders worden er 0 punten toegekend. Indien op de balans activa staat tot € 250.000 worden er maximaal 10 punten toegekend. Is de activa hoger dan € 250.000 dan worden er maximaal 15 punten toegekend. Of het aantal maximale punten worden toegekend hangt af van de solvabiliteit. Indien dit meer dan 50% bedraagt wordt het maximale aantal punten toegekend.
  • Omzet. Bij een omzet van € 500.000 wordt het maximale aantal punten van 10 toegekend. Bij een omzet minder dan € 125.000 worden er 0 punten toegekend; bij een omzet tussen de € 125.000 en € 250.000 3 punten, en bij een omzet tussen de € 250.000 en € 500.000 is dat 7 punten.
  • Liquiditeitsprognose. De kasstroom moet binnen 3 jaar positief zijn. Er kunnen voor dit onderdeel tussen de 0-15 punten worden toegekend.

Verklaring Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA)

De hierboven beschreven langdurige en moeizame aanvraagprocedure voor recent opgerichte ondernemingen kan aanzienlijk worden vereenvoudigd als de Netherlands Foreign Investment Agency betrokken is geweest bij de vestiging in Nederland. In deze gevallen gaat het altijd om een buitenlandse vestiging die in Nederland een dochteronderneming wenst op te richten. De NFIA kan in dat geval een verklaring van bekendheid afgeven.

Met een verklaring van bekendheid beslist de IND op de aanvraag tot erkenning als referent. De RVO wordt niet om advies gevraagd, en ook het puntensysteem is niet van toepassing. Binnen vier tot vijf weken wordt door de IND een beslissing genomen. Dit is ongeveer de dezelfde beslistermijn die wordt gehanteerd bij ondernemingen die langer dan 1.5 jaar bestaan.

Onderneming ontstaat door fusie, overname of wijziging van rechtsvorm

Naast de hierboven besproken NFIA verklaring zijn er nog een viertal gevallen, waarbij een onderneming korter dan 1.5 jaar bestaat, en toch niet een ondernemingsplan en financieel plan hoeft in te dienen bij de aanvraag tot erkenning als referent. Dat is het geval indien:

  • De onderneming een dochteronderneming is die volledig het eigendom is van een onderneming die reeds is erkend als referent door de IND.
  • De onderneming voortkomt uit een fusie, en beide gefuseerde ondernemingen als referent erkend zijn.
  • De onderneming is overgenomen door een onderneming die als referent erkend is.
  • De rechtsvorm van de onderneming die is erkend als referent is gewijzigd, en met de notariële akte blijkt dat de aard van de ondernemingsactiviteiten niet is uitgebreid en de zeggenschap in de nieuwe onderneming of rechtspersoon gelijk blijft.

Intrekken erkend referentschap vanwege gering aantal kennismigrant aanvragen

De onderneming kan de status van erkend referent weer verliezen als er te weinig gebruik wordt gemaakt van de kennismigrantenregeling.

Het erkend referentschap kan door de IND worden ingetrokken als de onderneming in een periode van drie jaar geen enkele aanvraag voor een kennismigrant heeft ingediend, en er geen enkele kennismigrant meer in dienst is. De termijn van drie jaar wordt gerekend vanaf de datum van de erkenning.

Meer artikelen

Zie hier voor meer artikelen over het erkend referentschap.

Meer weten over dit onderwerp?

Sander Groen kan u adviseren.